Een veel geziene combinatie

Auto-immuun schildklierziektes en diabetes worden steeds vaker met elkaar in verband gebracht. Beide aandoeningen komen in Nederland veel voor. Ze lijken ook opvallend vaak samen voor te komen. Hoe zit dat?

Dit artikel is gepubliceerd in magazine Schild, december 2020.

Bij diabetespatiënten worden meer schildklieraandoeningen gevonden dan in de algemene bevolking. Andersom is dat ook het geval: schildklierpatiënten hebben vaker diabetes. Waarom deze twee ziektes met elkaar verbonden zijn is nog niet helemaal duidelijk. Met nieuw onderzoek hopen we beter inzicht in te krijgen in het verband tussen schildklierziektes en diabetes. Maar wat weten we wel al?

Verschillende soorten 

In de huisartsenpraktijk heeft ongeveer één op de dertig patiënten een te traag of te snel werkende schildklier (hypo- of hyperthyreoïdie). Dat is veel, maar diabetes komt zelfs nog vaker voor, namelijk bij één op de vijftien huisartspatiënten1. Het overgrote deel van deze patiënten (ruim 90 procent) heeft diabetes type 2. Een veel kleiner deel heeft diabetes type 1. Naast deze twee types zijn er nog een aantal andere zeldzame vormen van diabetes. In dit artikel beperken we ons tot type 1 en type 2. 

Bij diabetes is er een probleem met de suikerstofwisseling. Na het eten zet ons lichaam koolhydraten om in suiker (glucose) en stijgt de concentratie glucose in ons bloed. De alvleesklier maakt het hormoon insuline aan om de glucose uit het bloed op te kunnen nemen in de weefsels en organen, waar het als brandstof wordt gebruikt. Is er te weinig insuline? Dan kan de glucose niet uit het bloed worden opgenomen. Er is dan (te) veel glucose in het bloed, maar juist te weinig brandstof in de weefsels en organen.

Diabetes type 1 en schildklierziektes

Mensen met diabetes type 1 krijgen deze ziekte vaak al op kinderleeftijd. Omdat zij zelf geen insuline kunnen aanmaken, moeten ze insuline inspuiten. Ze hebben ook een sterk verhoogd risico op het ontwikkelen van auto-immuun schildklierziektes2,3. Diabetes type 1 is namelijk een auto-immuunziekte, net als de ziekte van Hashimoto en de ziekte van Graves. Daarbij valt het afweersysteem het eigen lichaam aan, waardoor organen kapot gaan. In het geval van de ziekte van Hashimoto is dat de schildklier; bij diabetes type 1 zijn dat de insuline producerende cellen in de alvleesklier.

‘Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte, net als Hashimoto en Graves. Een kwart van de mensen met diabetes type 1 heeft ook de ziekte van Hashimoto’

Vanwege een erfelijke aanleg hebben patiënten met een auto-immuunaandoening een hoger risico op het ontwikkelen van een tweede auto-immuun aandoening, waardoor deze ziektes vaak samen voorkomen. Zo heeft een kwart van de mensen met diabetes type 1 ook de ziekte van Hashimoto4

Diabetes type 2 

Diabetes type 2 is geen auto-immuunziekte. Het ontstaat doordat het lichaam langzaam steeds minder gevoelig wordt voor insuline. Dit proces staat bekend als insulineresistentie, een voorstadium van diabetes type 2. Als het lichaam steeds minder gevoelig wordt voor insuline, kan er uiteindelijk niet genoeg insuline worden geproduceerd om aan de behoefte te voldoen. Dan gaan de suikerwaardes in het bloed omhoog en is er sprake van diabetes type 2, vroeger ook wel ouderdomssuikerziekte genoemd. Erfelijke aanleg en overgewicht zijn belangrijke risicofactoren. Insulineresistentie en diabetes type 2 komen steeds vaker voor en hebben een hoge ziektelast, met potentieel veel ernstige langetermijngevolgen zoals hart- en vaatziekten. De behandeling bestaat uit leefstijladviezen en tabletten. Soms moeten patiënten ook insuline inspuiten. 

‘Een trage schildklier geeft een verhoogd risico op insulineresistentie en diabetes type 2’

Relatie met trage schildklier

Mensen met een te traag werkende schildklier, zoals bij de ziekte van Hashimoto, hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van insulineresistentie en diabetes type 22,5. Dit risico neemt zelfs al toe bij mensen met een laag-normale schildklierfunctie, met TSH-waardes die nog binnen de referentiewaarden vallen5. Waarom dit zo is, weten we nog niet precies. Een van de hypotheses is dat dit komt door het effect van schildklierhormoon op de stofwisseling. Schildklierhormoon speelt namelijk een belangrijke rol bij de verwerking van suikers en vetten door onder andere de lever, de spieren en het vetweefsel6. Ook heeft het hormoon effecten in de alvleesklier zelf, waar insuline wordt aangemaakt. Is er te weinig schildklierhormoon in het lichaam? Dan worden deze processen verstoord, waardoor insulineresistentie en uiteindelijk zelfs diabetes kunnen ontstaan. Wordt insulineresistentie veroorzaakt door een hypothyreoïdie? Dan herstelt dit gelukkig volledig als de schildklierziekte goed behandeld wordt7.

Relatie met snelle schildklier

Ook een te snelle schildklierfunctie heeft een ongunstig effect op de suikerstofwisseling, maar dit effect is veel minder groot dan bij een te traag werkende schildklier. Hyperthyreoïdie, zoals bij de ziekte van Graves, geeft wel meer insulineresistentie maar geen verhoogd risico op diabetes5. Ook hier herstelt de insulineresistentie weer helemaal na behandeling van de schildklierziekte8

Komen schildklierziektes en diabetes type 2 eenmaal samen voor, dan zijn ze vaak ook lastiger te behandelen. Er treden vaker lange-termijncomplicaties op, zoals diabetische oog- en nierschade. Moeten patiënten met Graves vanwege oogklachten behandeld worden met ontstekingsremmers, zoals steroïden? Dan kan dit de suikers enorm ontregelen. 

Wat kun je doen?

Heb je een schildklieraandoening en klachten die kunnen passen bij diabetes, zoals veel dorst, veel plassen, onbegrepen vermagering en vermoeidheid? Dan is het belangrijk dit met je huisarts of internist te bespreken. Een deel van deze klachten kan ook passen bij een te snel werkende schildklier. Daarom is meestal bloedonderzoek nodig om het onderscheid te kunnen maken. 

Onderzoeksplannen 

Het is duidelijk dat schildklierpatiënten een grotere kans hebben op het ontwikkelen van insulineresistentie en diabetes. Hoewel we in patiënten zien dat schildklierhormoon een belangrijk effect heeft op de suikerstofwisseling, is nog niet duidelijk hoe dit werkt. Al het onderzoek hiernaar is tot nu toe namelijk in proefdieren gedaan. Door onderzoek in menselijke levercellen hopen we meer inzicht te krijgen in de processen die hier een rol spelen. 

Met behulp van een Rubicon-beurs – een beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) waarmee excellente jonge onderzoekers onderzoek kunnen doen bij een buitenlands topinstituut – ga ik de effecten van schildklierhormoon op de suikerstofwisseling in de menselijke lever bestuderen. Hiervoor maak ik gebruik van menselijke levercellen, waarin ik kijk naar het effect van hypo- en hyperthyreoïdie op de verwerking van suiker en welke veranderingen in schildklierhormoon er optreden bij insulineresistentie. Hopelijk leidt dit onderzoek tot nieuwe inzichten in de rol van schildklierhormoon bij het ontstaan van diabetes. Mogelijk levert het zelfs aanknopingspunten op voor nieuwe medicijnen, waarmee we het ontstaan van diabetes door problemen met schildklierhormoon kunnen voorkomen.

Dit onderzoek vindt plaats bij Weill Cornell Medicine in New York City onder leiding van prof. Anthony Hollenberg. 

Tekst: Anne H. van der Spek, Amsterdam UMC locatie AMC

Bronnen:

  • Nivel huisartsen zorgregistratie 2019 https://www.nivel.nl/nl/nivel-zorgregistraties-eerste-lijn/jaarcijfers-aandoeningen-huisartsenregistraties
  • Biondi, B., G.J. Kahaly, and R.P. Robertson, Thyroid Dysfunction and Diabetes Mellitus: Two Closely Associated Disorders. Endocr Rev, 2019. 40(3): p. 789-824.
  • Shun, C.B., et al., Thyroid autoimmunity in Type 1 diabetes: systematic review and meta-analysis. Diabet Med, 2014. 31(2): p. 126-35.
  • Richtlijn Diabetes Mellitus Type 1; 2013; Nederlandse Internisten Vereniging
  • Chaker, L., et al., Thyroid function and risk of type 2 diabetes: a population-based prospective cohort study. BMC Med, 2016. 14(1): p. 150.
  • Sinha, R.A., B.K. Singh, and P.M. Yen, Thyroid hormone regulation of hepatic lipid and carbohydrate metabolism. Trends Endocrinol Metab, 2014. 25(10): p. 538-45.
  • Stanicka, S., et al., Insulin sensitivity and counter-regulatory hormones in hypothyroidism and during thyroid hormone replacement therapy. Clin Chem Lab Med, 2005. 43(7): p. 715-20.
  • Cavallo-Perin, P., et al., Insulin resistance in Graves’ disease: a quantitative in-vivo evaluation. Eur J Clin Invest, 1988. 18(6): p. 607-13.