Sporten en bewegen met behandelde hypothyreoïdie – Niet zo vanzelfsprekend
Interview met Jeannette Lankhaar, onderzoeker bij UMC Utrecht en ervaringsdeskundige, gepubliceerd in Schild magazine van 27 mei 2021
‘Sport- en beweegklachten bij behandelde hypothyreoïdie vormen een onderschat maatschappelijk probleem’. Dit statement komt van Jeannette Lankhaar die als onderzoeker verbonden is aan het UMC Utrecht. Zij is de motor achter het wetenschappelijk onderzoek naar hypothyreoïdie en bewegingsintolerantie.
Jeannette Lankhaar is ervaringsdeskundige, dus vraag haar niet naar het belang van het onderzoek. ‘Sporten en bewegen zijn ontzettend belangrijk voor de kwaliteit van leven. Uit ons onderzoek blijkt dat een grote groep mensen met behandelde hypothyreoïdie aanhoudende beweegklachten ervaart. Deze klachten kunnen een extra barrière vormen voor het uitoefenen van sport en bewegen, met lichamelijke inactiviteit tot gevolg. In ons onderzoek willen wij ons daarom gaan richten op de effecten van een gedoseerd beweegprogramma voor optimale sportbelasting en maximale gezondheidsvoordelen voor deze groep mensen.’
“Relatie sporten en behandelde hypothyreoïdie levert hoofdbrekens en spierpijn”
Na de diagnose Hashimoto-thyreoïditis in 2005 verruilde Jeannette Lankhaar haar sneakers voor de stoute schoenen, en begon een zoektocht naar fysieke mogelijkheden in plaats van beperkingen bij die schildklieraandoening. Dat die eerste stap uiteindelijk resulteerde in een wetenschappelijk onderzoek naar hypothyreoïdie en beweegklachten kon ze toen nog niet bevroeden. ‘Mijn eerste zelfstudie uit 2007 leverde een keur aan praktische en theoretische gegevens op, maar een goede wetenschappelijke onderbouwing ontbrak. Toen ik mijn bevindingen in 2008 voor het eerst presenteerde aan prof. dr. Frank Backx (sportarts en emeritus-hoogleraar sportgeneeskunde, verbonden aan het UMC Utrecht), heeft hij het onderwerp omarmd en was de stap naar een wetenschappelijk onderzoekstraject snel gemaakt.
Supercompensatie
Jeannette Lankhaar licht de achtergrond van het onderzoek toe: ‘Een veel voorkomend probleem bij sporters met behandelde hypothyreoïdie zijn de blijvende beweegklachten, zoals ernstige vermoeidheid, verminderde spierkracht en conditie, zware spierpijn, wisselend prestatieniveau en slecht herstel na sport en bewegen. Ik ben zelf het voorbeeld. Ik liep drie keer in de week hard; deed onder meer sprinttraining. De spierpijn die dat opleverde was zo heftig dat ik de auto niet meer in- of uitkwam. Terwijl ik een redelijk goede basisconditie had. Een ander voorbeeld is een sportieve vrouw met behandelde hypothyreoïdie die uren achtereen wandelt zonder klachten, maar na een uurtje tennis of een half uurtje hardlopen zo ontzettend moe en leeg is, dat ze er dagen last van heeft en er gewoon moedeloos van wordt. Hoe zit dat?’
Sport en bewegen is goed. Ook voor mensen met een verminderde schildklierwerking. ‘Om conditie en kracht op te bouwen, speelt een goede mix tussen belasting en herstel een belangrijke rol. Na een sportieve belasting zal het lichaam zich in de herstelfase namelijk boven het oorspronkelijk uitgangspunt willen herstellen: de zogenoemde supercompensatie-fase. Bij voldoende herstel worden conditie en kracht verbeterd. Bij de sportieve vrouw en mij was echter geen sprake van een sportieve belasting, maar eerder van een overbelasting. Dat is wat veel patiënten voelen. Extreme spierpijn en uitputting. Het herstel vraagt in feite in die situatie zoveel tijd, dat een supercompensatie wegvalt. Als je jezelf die herstelfase niet geeft, komt het prestatievermogen na een trainingsperiode zelfs beneden het uitgangsniveau uit. Hoe blijf je dan gemotiveerd?’
Effecten
Aanhoudende beweegklachten kunnen bij patiënten leiden tot bewegingsarmoede, afname van de fysieke fitheid en verminderde kwaliteit van leven. Volgens de nieuwe Nederlandse beweegrichtlijnen zouden volwassenen wekelijks ten minste twee en een half uur matig of zwaar intensief moeten bewegen. Daarnaast worden ook spier- en botversterkende activiteiten aanbevolen.¹ ‘In 2014 heeft het UMC Utrecht in samenwerking met TNO, Mulier Instituut en Codarts Rotterdam een enquêteonderzoek over sport- en beweeggedrag gehouden onder de donateurs van SON. In deze enquête zijn ook vragen gesteld over de ervaren positieve en negatieve effecten van sport en bewegen. Hieruit bleek dat zo’n 84% van de ondervraagde mensen met behandelde hypothyreoïdie niet voldoen aan de beweegrichtlijnen (zie kader). En dat is ernstig, want lichamelijke inactiviteit op zich veroorzaakt weer een beeld van deconditioneren, gekenmerkt door onder andere spierafbraak, concentratieverlies, extra overgewicht en slecht slapen.
‘Uit het enquêteonderzoek dat het UMC Utrecht in samenwerking met TNO, Mulier Instituut en Codarts Rotterdam in 2014 gehouden heeft onder donateurs van SON, is gebleken dat 16% van de ondervraagde mensen met behandelde hypothyreoïdie voldeden aan de Nederlandse beweegrichtlijnen.’
Daarnaast ervaart twee derden van de deelnemers van het enquêteonderzoek flinke beweegklachten, en dan vooral spierpijn, vermoeidheid, gewrichtspijn, wisselvallig prestatieniveau en een slecht herstel. Deze beweegklachten kunnen een extra barrière vormen voor het uitoefenen van sport en beweging, wat kan leiden tot een vicieuze cirkel van chronische bewegingsarmoede’, vertelt Jeannette Lankhaar.
Maximale inspanningstest bij het UMC Utrecht
‘Belangrijk bij het voorkomen van beweegklachten in het algemeen is een regelmatig en gedoseerd bewegingsprogramma dat op maat gemaakt is. Tijdsduur, intensiteit en frequentie van een fysieke inspanning moeten op een juiste wijze afgewisseld worden met voldoende hersteldagen. Mensen met behandelde hypothyreoïdie dienen hun sportieve grenzen op te zoeken, maar deze ook te bewaken door bijvoorbeeld gebruik te maken van een hartslagmeter. Dat levert in mijn geval een sjok-hardlooptempo op bij een hartslag van 145 slagen per minuut. Het ziet er niet krachtig uit, maar voor mij is deze wijze effectief bij het opbouwen van mijn conditie.’
Literatuuronderzoek
De basis voor het onderzoeksprogramma is een uitgebreid literatuuronderzoek dat in 2014 gepubliceerd is.² Conclusies luiden dat de beweegklachten terug te voeren zijn tot beperkingen in onder andere het hart- en bloedvatenstelsel, de longfunctie, de zenuw- en spierwerking, en de spiercellen. Jeannette Lankhaar: ‘Denk aan een verminderde pompfunctie van het hart tijdens fysieke inspanning, een verminderde kracht van de ademhalingspieren, een verschuiving van de snelle (voor krachtsontwikkeling) naar de langzame (voor uithoudingsvermogen) spiervezels en een snellere verzuring tijdens fysieke inspanning. Algemeen wordt aangenomen dat deze beperkingen zullen herstellen tijdens hormoonvervangende medicatie. Uit ons literatuuronderzoek blijkt echter dat beweegklachten dan niet altijd verdwijnen. Ook tijdens behandeling blijft een significant aantal mensen ernstige beweegklachten houden. Daarnaast blijkt dat er in de medische wereld een beperkte kennis bestaat over bewegingsintolerantie bij behandelde hypothyreoïdie. Ook zijn er onvoldoende studies uitgevoerd naar de effecten van een fysiek trainingsprogramma. Dit rechtvaardigt dus meer onderzoek binnen dit vergeten gebied.’
Vervolgonderzoek
De onderzoeksvraag die Jeannette Lankhaar wil beantwoorden is of gedoseerde beweging en een actieve leefstijl een positieve invloed heeft op de fysieke fitheid van goed ingestelde hypothyreoïdie patiënten met beweegklachten. ‘Het enquêteonderzoek onder de donateurs van SON resulteerde in twee wetenschappelijke artikelen die binnenkort worden gepubliceerd in internationale medische tijdschriften (red: inmiddels gepubliceerd).
De volgende stap is een oriënterend sportmedisch onderzoek op basis van een maximale inspanningstest op een fiets, ademgasanalyse en hartfilmpje. Dit om het prestatieniveau bij een tiental sporters met behandelde hypothyreoïdie en blijvende beweegklachten te onderzoeken. Tot slot hopen wij in de toekomst een onderzoek op te zetten naar de effecten van een op maat gemaakt en gedoseerd beweegprogramma voor optimale sportbelasting en maximale gezondheidsvoordelen bij deze groep mensen. We nemen dan zowel de positieve als negatieve effecten van het beweegprogramma mee zoals spierpijn, ernstige vermoeidheid en verergering van bestaande klachten.’
Toekomst
De resultaten van het onderzoeksprogramma zullen uiteindelijke worden vertaald in aanbevelingen en toepassingen in de dagelijkse praktijk. Specifieke doelgroepen zijn hypothyreoïdie patiënten, huis- en bedrijfsartsen, fysiotherapeuten, sport- en revalidatieartsen, en beleidsmakers. Liever gisteren dan vandaag gaat Jeannette Lankhaar verder met het onderzoek. ‘We zijn op zoek naar financiering. Mogelijk leidt alle aandacht tijdens de Week van de Schildklier 2021 tot een pot met goud. Dat zou de grote groep van behandelde hypothyreoïdie patiënten met beweegklachten heel erg helpen!’
Jeannette Lankhaar is als parttime onderzoeker verbonden aan het UMC Utrecht, afdeling Revalidatie, Fysiotherapiewetenschap & Sport. Zij wordt in haar onderzoek begeleid door prof. dr. Frank Backx (sportarts en emeritus-hoogleraar sportgeneeskunde, verbonden aan het UMC Utrecht) en dr. Janine Stubbe (bewegingswetenschapper en lector Performing Arts Medicine bij Codarts Rotterdam). Het onderzoek wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met Schildklier Organisatie Nederland.
Literatuur
1. Gezondheidsraad. Beweegrichtlijnen 2017. Den Haag: Gezondheidsraad, 2017, publicatienr. 2017/08 (https://www.gezondheidsraad.nl/documenten/adviezen/2017/08/22/beweegrichtlijnen-2017)
2. Lankhaar JAC, de Vries WR, Jansen JACG, Zelissen PMJ, Backx FJG. Impact of overt and subclinical hypothyroidism on exercise tolerance; A systematic review. Research Quarterly for Exercise and Sport. 2014;85(3):365-389.