Schildklier en Alzheimer

Een onopgelost raadsel

In Nederland hebben ongeveer 200.000 mensen de ziekte van Alzheimer, de meest voorkomende vorm van dementie. Maar wat heeft deze hersenziekte met de schildklier te maken?

Tekst: Eveline Hoebe in Magazine Schild, december 2021

Bij de ziekte van Alzheimer (zie roze kader) draagt een aantal factoren bij aan het kapotgaan van de zenuwcellen, zoals door plaques van Beta-amyloid eiwitten en ophopingen van
Tau-eiwitkluwens, genetische factoren en omgevingsfactoren. Sinds enkele jaren komt ook de rol van de schildklierfunctie in beeld.

Wat is Alzheimer?

De ziekte van Alzheimer wordt gekenmerkt door cognitieve symptomen als geheugenstoornissen en problemen met taal, en non-cognitieve symptomen als onrust, depressie en veranderingen in karakter en gedrag. De oorzaak is het kapotgaan van zenuwcellen in de hersenen. Daarom wordt het een neurodegeneratieve ziekte genoemd 1

Een goed geheugen

Schildklierhormoon is namelijk onmisbaar voor de stofwisseling, groei en ontwikkeling. In de hersenen bevinden zich bovendien grote hoeveelheden receptoren voor schildklierhormoon. Behalve dat goede schildklierwaarden essentieel zijn voor de ontwikkeling van de hersenen – al vanaf vóór de geboorte en in de kindertijd – draagt schildklier­hormoon ook bij aan het onderhoud en de reparatie van het volwassen zenuwstelsel2.

Wetenschappelijke studies

Het verband tussen schildklierhormoonstatus en Alzheimer was onderwerp van diverse studies, waaronder de Rotterdam study uit begin jaren ’90. Daaruit bleek dat subklinische hyperthyreoïdie de kans op Alzheimer verdrievoudigde3, een stevige conclusie. Inmiddels zijn er nog meer studies verricht.

Een nieuwe systematische review bekeek alle recente (na 2010) wetenschappelijke publicaties over het onderwerp ·schildklier en Alzheimer in mensen”4
Zo wilden zij duidelijkheid krijgen over een mogelijk oorzakelijk verband tussen Alzheimer en de schildklierfunctie, en een advies kunnen formuleren over wat voor onderzoek verder nodig is. Op basis van de publicaties vond men dat in Alzheimerpatiënten de schildklierwaarden en het 24-uursritme daarvan afweken. Sommige van die studies vonden – net als de Rotterdam study – hyperthyreoïdie in relatie met Alzheimer, terwijl andere hypothyreoïdie vonden bij Alzheimerpatiënten. Daarnaast vond men dat bij mensen met Alzheimer gedragsafwijkingen, verminderde bloedtoevoer naar bepaalde hersendelen en afwijkende suikerstofwisseling in de hersenen samengaan met tekorten aan schildklierhormoon. 4 5

Oorzaak of gevolg

Er spelen diverse hypotheses rond het verband tussen schildklier en Alzheimer. Zo toont fundamenteel onderzoek aan dat schildklierhormoon belangrijk is voor de ontwikkeling van de zenuwcellen, het onderhoud en het functioneren ervan. Het toont ook aan dat diverse genen die belangrijk zijn bij het vormen van herinneringen, onder invloed staan van schildklierhormoon2. Logischerwijs zouden te lage schildklierhormoonwaarden (T4) dan een negatief gevolg hebben voor zenuwcellen. Daarnaast hebben Alzheimerpatiënten vaak een verminderde suikerstofwisseling; schildklierhormoon heeft ook een effect op de suikerstofwisseling en insuline2. Tot slot vonden meerdere studies een relatie tussen schildklierhormoon en amyloïde precursoreiwit (APP). een voorloper van het eiwit dat plaques vormt tussen de hersencellen. Men vond met behulp van muis­ modellen dat schildklierhormoon een remmend effect heeft op de aanmaak en afgifte van APP6. Te weinig schildklierhormoon zou zo het ontstaan van plaques en dus Alzheimer betekenen.

Maar er zijn ook aanwijzingen dat afwijkende schildklierwaarden juist het gevolg zijn van Alzheimer. De gedachte hierachter is dat Alzheimer ook zorgt voor afbraak van een belangrijk deel van de hypofyse, de klier in de hersenen die TSH aanmaakt om zo de schildklier te stimuleren tot het aanmaken van schildklierhormoon. Bovendien hebben Alzheimerpatiënten vaak geen goed 24-uursritme; mogelijk verloopt daardoor de reactie binnen de hypothalamus-hypofyse-schildklier-as niet goed (zie grijs kader).

Hypothalamus-hypofyse-schildklier-as

Vanuit de hersenen regelen de hypothalamus en de hypofyse de werking van de schildklier (zie figuur 1). Zit er te veel schildklierhormoon in het bloed? Dan zorgen de hypo­ thalamus en hypofyse ervoor dat er minder Thyroid Stimulerend Hormoon (TSH) wordt aangemaakt. En omgekeerd zorgen zij voor meer aanmaak van TSH als er te weinig schildklierhormoon in het bloed zit. Dit terugkoppel­ mechanisme heet de hypothalamus-hypofyse-schildklier-as.

Hypothalamus-hypofyse-schildklier-as
Figuur 1. Hypothalamus-hypofyse-schildklier-as

Heeft behandeling effect?

De systematische review concludeert dat er een verband is tussen Alzheimer en schildklier. Echter, hoewel zowel hypo- als hyperthyreoïdie in verband zijn gebracht met een verhoogd risico op Alzheimer, blijft het causaal verband tegenstrijdig4. Dit kan liggen aan de verschillen in onderzoeksopzet en de patiënten­groep, factoren die een effect hebben op de bloedwaarden. De auteurs geven aan dat het interessant zou zijn om te onderzoeken of een behandeling met levothyroxine een effect heeft bij Alzheimerpatiënten. Wat nóg interessanter zou zijn, is om uit te zoeken of het corrigeren van schildklierwaarden een preventief effect heeft en zo Alzheimer voorkomt.

Bronnen:

  1. www.alzheimer-nederland.nl
  2. Bavarsad, Kowsar et al. “The Effects of Thyroid Hormones on Memory lmpairment and Alzheimer’s Disease.” Journal of cellular physiology 234.9 (20191: 14633-14640.
  3. Kalmijn, Sandra et al. “Subclinical Hyperthyroidism and the Risk of Dementia. The Rotterdam Study.” Clinical endocrinology [Oxford) 53.6 (2000): 733-737.
  4. Figueroa, Paulina Belén Sepulveda et al. “Association Between Thyroid Function and Alzheimer’s Disease: A Systematic Review.” Metabolic brain disease 36.7 (2021): 1523-1543. Web.
  5. Chiaravalloti, Agostino et al. “Functional Correlates of TSH, IT3 and IT4 in Alzheimer Disease: a F-18 FDG PET/CT Study.” Scientific reports 7.1 (2017): 6220-9
  6. Contreras-Jurado, Constanza, and Angel Pascual. “Thyroid Hormone Regulation of APP 1 -Amyloid Precursor Protein) Gene Expression in Brain and Brain Cultured Cells.” Neurochemistry international 60.5 (2012): 484-487.