Virale thyreoïditis – ziekte van De Quervain
De ziekte van De Quervain is een niet-chronische ontsteking van de schildklier. Men spreekt ook wel van een subacute thyreoïditis. De waarschijnlijke oorzaak is een virus. De ziekte ontstaat vaak na een keelontsteking of verkoudheid. Deze virale schildklierontsteking komt vrij vaak voor. Door de vaak milde vorm wordt deze ook niet altijd herkend en voor griep aan gezien. Dit is ook niet erg omdat de ontsteking doorgaans vanzelf geneest.

Stille of pijnloze thyreoïditis
Immuuntherapie wordt toegepast bij de behandeling van diverse soorten kanker. Doel is dat het eigen afweersysteem de kankercellen beter kan vernietigen. Een nadeel is dat soms eigen organen worden aangevallen, bijvoorbeeld de schildklier. Het is niet zeker of het gebeurt en hoe ernstig het dan is. Van monoklonale antilichamen, tyrosine kinase remmers en interferonen is bekend dat ze soms schildklierontsteking (thyreoïditis) geven.
Een schildklierontsteking leidt in de beginfase tot een (meestal milde) hyperthyreoïdie (=te veel schildklierhormoon in het bloed). Soms zo mild dat de patiënt het niet opmerkt. In de tweede fase leidt een schildklierontsteking meestal tot een hypothyreoïdie (=te weinig schildklierhormoon in het bloed). In deze fase variëren de klachten van mild tot ernstig.
Schildklierproblemen tijdens immuuntherapiebehandeling worden vastgesteld door TSH en FT4 in bloed te bepalen.
Schildklierontsteking bij immuuntherapie
Immuuntherapie wordt toegepast bij de behandeling van diverse soorten kanker. Doel is dat het eigen afweersysteem de kankercellen beter kan vernietigen. Een nadeel is dat soms eigen organen worden aangevallen, bijvoorbeeld de schildklier. Het is niet zeker of het gebeurt en hoe ernstig het dan is. Van monoklonale antilichamen, tyrosine kinase remmers en interferonen is bekend dat ze soms schildklierontsteking (thyreoïditis) geven.
Behandeling van de fase met te hoge concentratie schildklierhormoon is meestal niet nodig. Ernstige klachten als hartkloppingen en trillingen kunnen behandeld worden met een bètablokker.
Behandeling tijdens de fase waarin de schildklier te langzaam werkt is afhankelijk van de klachten. Bij milde symptomen is behandeling niet altijd nodig. Bij ernstiger klachten wordt gedurende 6-12 maanden een behandeling met schildklierhormoon gegeven. Daarna wordt de behandeling gestopt en na ten minste 6 weken wordt bloed afgenomen om te kijken of de schildklier hersteld is.