De schildklier is belangrijk voor de energiehuishouding en een goede werking van je organen, spieren, hart en bloedvaten. Dat maakt dat sporten voor mensen met een schildklieraandoening moeilijker kan zijn; toch geldt dat sporten goed is voor het lichaam. In combinatie met een optimale behandeling, kan sporten juist ook helpen bij het verminderen van klachten.
Er is wel een aantal aandachtspunten om rekening mee te houden. Bij een traag werkende schildklier is de bloedtoevoer naar de spieren verminderd, waardoor afvalstoffen minder goed afgevoerd worden en er sneller spierpijn (verzuring) kan ontstaan. Je moet leren je grenzen te herkennen en heel goed naar je eigen lichaam te luisteren.
Bewegingsintolerantie
Spiervezels
De schildklier heeft invloed op de spieren van het lichaam. Een schildklieraandoening verandert de spieren en geeft, zoals hierboven beschreven diverse soorten klachten. Naar deze invloed, de (mogelijke) klachten en hoe daarmee om te gaan, heeft fysiotherapeut en ervaringsdeskundige Petra du Croix-Romijn uitgebreid onderzoek gedaan en op haar website www.schildkliersport.info een serie artikelen geschreven over sporten en bewegen met een schildklieraandoening.
Kiezen van een activiteit
Let bij hypothyreoïdie (langzaam werkende schildklier) en hyperthyreoïdie (snel werkende schildklier) goed op welke sport je gaat beoefenen. En of je inmiddels wel of niet goed bent ingesteld op de medicatie. Overleg bij vragen of twijfel met een sportarts, fysiotherapeut of behandelend arts.
Voor mensen met een ‘trage schildklier’ is het van belang dat de stofwisseling gestimuleerd wordt en dat gebeurt met name bij krachttraining. Mensen die eerder een ‘snelle schildklier’ hadden, zijn juist gebaat bij duurtraining zoals hardlopen, zwemmen en fietsen.
Meer lezen op de website Sportzorg
Adviezen
Ieder lichaam is weer anders en iedere schildklierpatiënt reageert anders op bewegen, maar gezien de vaak geringere belastbaarheid en hogere blessuregevoeligheid worden de volgende algemene richtlijnen gehanteerd:
- Goed naar je lichaam luisteren en niets forceren.
- Een goede warming-up is belangrijk ter voorkoming van blessures en verbeteren van de prestatie.
- Begin rustig met sporten om je grenzen te bepalen. Ga niet over deze (verzurings)grens heen.
- Spieren en pezen kunnen kwetsbaarder zijn dus wees voorzichtig met snel ophogen van gewichten bij krachttraining.
- Vaak geldt dat hoe langer en hoe ernstiger de schildklierhormoonspiegel verstoord is geweest, hoe langer het duurt voor het lichaam om weer te herstellen naar de oude situatie.
- Doe een inspanningstest (via een medische sportkeuring) om je grenzen te leren kennen. Sportgeneeskunde is een erkend medisch specialisme en valt in de basiszorgverzekering. Lees meer over vergoedingen op www.sportzorg.nl
Waar kun je een inspanningstest doen?
Bij een sportarts. Deze biedt: analyse, beweegadvies en monitoring. Een verwijzing van een huisarts is niet nodig, maar als je je als schildklierpatiënt met beweegklachten laat doorverwijzen, valt het onder de basisverzekering.
Ga naar het wandel- en hardloopschema voor beginners
Tips voor na het sporten
Tijdens het sporten verbruiken de spieren energie. Wanneer er koolhydraten en eiwitten tot beschikking zijn, zullen de spieren sneller herstellen. Neem dus het liefst binnen 2 uur na het sporten: melk, yoghurt (halfvol of mager), brood of pasta.
Ben je tijdens het sporten al snel door je energie heen? Dan kun je na de warming-up zorgen dat je nog wat koolhydraten binnenkrijgt door wat te eten of te drinken.
Het is mogelijk om mentaal en fysiek op topniveau te presteren ondanks een slechtwerkende schildklier. Lees het verhaal van Irene Schouten, wereldkampioen Mass Start en Nederlands Kampioen marathon schaatsen in het artikel ‘Een advies? Leef je droom!’, Schild maart 2016. Het advies van Irene Schouten aan mensen met een slechtwerkende schildklier is: hanteer je ‘gezonde verstand’ en heb inzicht in de eigen bloedwaarden.
Ontspanning
Door ontspanningsoefeningen kunnen eventuele klachten verminderen en het herstelvermogen verbeteren.
- Ga op de grond liggen.
- Verplaats je aandacht naar je lichaam. Voel hoe je lichaam op de grond drukt. Adem rustig in en uit. Voel hoe je bij iedere inademing verder in de grond ‘zakt’. Neem de tijd.
- Als je lekker ontspannen bent, verplaats dan je aandacht naar je linker kleine teen en vervolgens rustig naar de andere tenen, je voet, je kuit en de rest van je been. Verplaats daarna je aandacht naar het andere been en vervolgens naar boven.
- ‘Scan’ je lichaam rustig verder. Voel de aandacht door je lichaam gaan, en voel hoe je bij iedere ademhaling dieper ontspannen raakt. Steeds als je ergens spanning voelt zitten, hou je de aandacht even vast, ontspan je deze plek en ga dan verder.