Schildklieraandoeningen geven een grotere kans op een depressie 

Depressie is een veelvoorkomende aandoening. Komt dit vaker voor bij mensen met een schildklieraandoening? Hoe komt dat dan?

Dit artikel is gepubliceerd in magazine Schild, september 2020.

Er zijn meerdere risicofactoren voor het ontwikkelen van een depressie, waaronder psychische aandoeningen in de familie of eigen voorgeschiedenis, sociale en economische problemen en chronische aandoeningen. Omdat schildklierpatiënten te maken hebben met een (of meer) chronische aandoening(en), hebben zij een verhoogd risico op depressie. Dit geldt bij zowel een teveel als een tekort aan schildklierhormoon.  

Dit heeft diverse oorzaken. Zo kan het hebben van een chronische aandoening angst, onzekerheid en verdriet met zich meebrengen. Maar ook fysiek ongemak kan een rol spelen bij het ontwikkelen van een depressie, zoals pijn en jeuk. Beide klachten kunnen voorkomen bij schildklieraandoeningen.  

Invloed van hormonen 

Men vermoedt dat hormonen de doorbloeding en stofwisseling van het hersenweefsel beïnvloeden, maar ook de architectuur van zenuwbanen in het hele brein, inclusief de hippocampus, het centrum waar de stemming wordt gereguleerd. Een verstoorde hormoonhuishouding kan zodoende een grote weerslag hebben op iemands wezen, dus ook op zijn stemming. Laat nu juist schildklierhormoon het belangrijkste hormoon zijn dat de stofwisseling bepaalt.  

Verstoring van het hormonale evenwicht kan dus de stemming beïnvloeden. Dit geldt voor alle hormonen en is het meest uitgesproken voor cortisol, thyroxine (T4) en triiodothyronine (T3). Sommige mensen met hypothyreoïdie hebben naast een tekort aan schildklierhormoon ook problemen met de productie van cortisol. Het gaat dan veelal om een tekort aan cortisol, ook wel de ziekte van Addison genoemd. Deze mensen hebben dubbel pech. 

Onbalans 

Met medicatie vang je een groot deel van een tekort op, maar het natuurlijke evenwicht wordt nooit honderd procent bereikt. Ook als de oorzaak van de onbalans in het schildklierhormoon is weggenomen, is mogelijk al onomkeerbare schade veroorzaakt in de hersenen. Bepaalde symptomen worden dan verlicht, maar door de geleden schade niet meer geheel weggenomen. Gelukkig komt dit niet vaak voor. 

Daarnaast kan er door sommige behandelingen depressie optreden als bijwerkingen, bijvoorbeeld door bètablokkers. Mensen met hyperthyreoïdie slikken deze soms om de symptomen van te veel schildklierhormoon te verlichten.  

Denk je dat je een depressie hebt? Schroom niet en zoek hulp. Bespreek je problemen met je behandelaar. Het leven is te mooi en te kort om behandelbare problemen onbehandeld te laten.  

Criteria voor depressie 

Een depressie heb je als je gedurende twee aaneengesloten weken minstens vijf van onderstaande symptomen hebt, waarvan één kernsymptoom.  

Kernsymptoom

  • Sombere stemming gedurende het grootste deel van de dag 
  • Duidelijke vermindering van interesse en plezier in dagelijkse activiteiten 

Algemene symptomen

  • Duidelijke gewichtsveranderingen 
  • Slapeloosheid of overmatig slapen 
  • Traagheid in bewegen of juist onrust 
  • Moeheid 
  • Schuldgevoelens, gevoel van waardeloosheid 
  • Minder goed kunnen nadenken, concentratieverlies, besluiteloosheid 
  • Suïcidale gedachten, plannen voor suïcide 

Bronnen

Lees meer op schildklier.nl: Psychische klachten.

Tekst: dr. Petra Serbanescu-Kele