Medicijnen – bloedonderzoek
Wanneer kan ik het beste bloed laten prikken
De beste keuze is of ’s morgens vroeg nuchter prikken of tenminste vier uur aanhouden tussen slikken en prikken. Of je nu levothyroxine slikt of levothyroxine en liothyronine kies altijd een vast moment om bloed te prikken. Zo kun je de resultaten het beste vergelijken met eerdere waarden.
Lees meer bij Wanneer kan ik het beste bloed laten prikken?
Kan ik een TSH-thuistest gebruiken, in plaats van bloedprikken bij een laboratorium?
Op internet en bij drogisterijketens zijn enkele TSH-thuistesten te koop. Bij een goed uitgevoerde test krijg je als uitslag “positief” (d.w.z. TSH is hoger dan 5 mU/L), of “negatief” (d.w.z. TSH normaal of te laag). De test geeft je TSH-waarde niet met een getal weer. Het geeft dus geen inzicht in waar je staat met je bloedwaarden.
Kan ik zonder tussenkomst van een arts bloedonderzoek aanvragen?
Dat kan. Op internet vind je onder “zelf bloedonderzoek aanvragen” enkele mogelijkheden. Maar dat moet dan je zelf betalen en je weet meestal niet naar welk laboratorium het gaat. SON adviseert controles in samenspraak met je arts te doen.
Tips:
- Ga zoveel mogelijk naar hetzelfde laboratorium; de meetapparatuur van de verschillende labs verschilt.
- Noteer naast de gemeten waarde ook altijd de normaalwaarden van het lab. Elk lab hanteert zijn eigen normaalwaarden.
Hoe lang na een verandering in de dosis van mijn medicatie moet ik prikken?
Na 6 weken zijn de waarden in je bloed stabiel. Dus pas na minimaal 4, maar liefst na 6 weken weer prikken. Na 8 weken prikken is ook niet ongewoon. Het effect van een verandering van de dosis kan soms nog langer duren dan in het bloed te zien is.
Waarom moet zo lang worden gewacht? Dat komt door de lange halfwaardetijd (7 dagen) van T4.
Lees meer bij Wat is de halfwaardetijd?
Bij welke bloedwaarden ben ik goed ingesteld?
In de eerste plaats is dat per persoon verschillend! Er moet altijd gezocht worden naar de persoonlijk beste waarde. Relatief veel mensen voelen zich goed bij een laagnormale TSH-waarde, rond de 1 mE/l. De FT4-waarde bevindt zich dan meestal in het bovenste gedeelte van het normaalgebied van uw laboratorium.
Lees meer bij Wanneer ben ik goed ingesteld …?
Auto-immuunziekten
Wat is een auto-immuunziekte?
Een auto-immuunziekte is een ziekte die ontstaat doordat het afweersysteem (ofwel immuunsysteem) in ons lichaam zich abnormaal gedraagt. Normaal maakt het immuunsysteem afweerstoffen tegen schadelijke indringers van buitenaf (ziekteverwekkers). Bij een auto-immuunziekte maakt het systeem echter afweerstoffen tegen een deel van het eigen lichaam.
Als het immuunsysteem antistoffen maakt tegen de schildklier, dan kan dit tot een hyperthyreoïdie (ziekte van Graves/Basedow) of een hypothyreoïdie (ziekte van Hashimoto) leiden.
Zijn alle schildklieraandoeningen auto-immuun?
Niet alle schildklieraandoeningen zijn auto-immuunziekten. Zo is schildklierkanker geen auto-immuunziekte. Maar ook kan een aandoening van de hypofyse zorgen voor te veel of te weinig schildklierhormoon.
Andere voorbeelden van auto-immuunziekten zijn:
- pernicieuze anemie (een vorm van bloedarmoede)
- vitiligo (een huidaandoening waarbij pigmentloze vlekken ontstaan)
- diabetes type 1 (suikerziekte)
- de ziekte van Addison (ziekte van de bijnierschors)
- reumatoïde artritis (gewrichtsontsteking)
Hoewel auto-immuunziekten soms in combinatie voorkomen, kunnen we niet zeggen dat de ene ziekte de andere veroorzaakt. De ziektebeelden gedragen zich helemaal onafhankelijk van elkaar. Over het ontstaan van auto-immuunziekten weten we nog niet genoeg. Daardoor kunnen artsen en wetenschappers nog geen medicijnen ontwikkelen die het ontstaan in een vroeg stadium zouden kunnen tegenhouden.
Auto-immuun aandoeningen kunnen in een aantal gevallen worden ontdekt, door het aantonen van specifieke antistoffen in het bloed.
Hypothyreoïdie
Sub-klinische hypothyreoïdie
Subklinische hypothyreoïdie is een toestand met een verhoogde TSH-waarde maar een nog normale FT4-waarde en zonder klachten van hypothyreoïdie.
Secundaire of tertiaire hypothyreoïdie
Als de oorzaak van de hypothyreoïdie in de schildklier ligt, wordt gesproken van primaire hypothyreoïdie. Als de oorzaak in de aansturing van de schildklier ligt, dan noemt men dat secundaire hypothyreoïdie (hypofyse is de oorzaak) of tertiaire hypothyreoïdie (hypothalamus is de oorzaak). Bij vrijwel alle patiënten is sprake van primaire hypothyreoïdie. Secundaire en tertiaire hypothyreoïdie worden ook wel centrale hypothyreoïdie genoemd, en gaan vaak ook gepaard met uitval van de aansturing van bijnieren en eierstokken/testes.
Is hypothyreoïdie erfelijk?
Aangeboren hypothyreoïdie (CHT) wordt soms veroorzaakt door een gen-afwijking, die erfelijk kan zijn, maar dit meestal niet is. De meest voorkomende oorzaak van hypothyreoïdie is echter een auto-immuunreactie tegen de schildklier. Vaak hebben binnen een familie meerdere mensen schildklier- en/of andere auto-immuunziekten. Deze ziektes zijn niet erfelijk, maar de aanleg voor deze ziekten wel. Aanleg wil zeggen dat je er niet ziek van hoeft te worden, ook al heb je de afwijkende genen.
Welke genen verantwoordelijk zijn voor auto-immuun schildklierziekten is (nog) niet bekend.