Een schildklierprobleem kun je al bij de geboorte hebben, maar kan ook in de jaren daarna ontstaan. We spreken hier van:
- kinderen met een aangeboren schildklieraandoening
- kinderen met een niet-aangeboren schildklieraandoening
Kinderen met een aangeboren schildklieraandoening
CHT
In Nederland worden al sinds jaren pasgeboren baby’s gescreend op een mogelijke schildklieraandoening door de hielprik. De test kan aantonen dat er een aangeboren schildklierafwijking bestaat: Congenitale Hypothyreoïdie (CHT).
Elk jaar worden er zo’n 80 kinderen geboren met CHT. Zouden deze kinderen niet worden gevonden / behandeld, dan zou dat ernstige gevolgen hebben voor hun geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Door snel de aandoening te ontdekken en meteen de behandeling te starten, worden ernstige gevolgen voorkomen.
CHP
Het tekort aan schildklierhormoon kan ook het gevolg zijn van Congenitale Hypopituïtarisme (CHP). Bij deze ziekte functioneert de hypofyse niet of niet optimaal, waardoor de patiënt uitval heeft van één of meerdere hormonen. Omdat de schildklier níet de primaire oorzaak is van het schildklierprobleem maar de hypofyse, verwijzen wij voor informatie naar de Nederlandse Hypofyse Stichting (NHS).
Kinderen met een niet-aangeboren schildklieraandoening
Op elke leeftijd kunnen schildklieraandoeningen zicht ontwikkelen en ontdekt worden. Bij kinderen zien we dezelfde niet-aangeboren (of verworven) schildklieraandoeningen als bij volwassenen, zoals:
- een te traagwerkende schildklier
- een te snel werkende schildklier (Ziekte van Graves)
- schildklierkanker
Kinderen hebben wel specifieke problemen die passen bij hun lichamelijke en geestelijke ontwikkeling.
Voor deze kinderen, hun (groot)ouders en verzorgers staan we stil bij de gevolgen van de schildklieraandoening op deze jonge leeftijd, naast de specifieke algemene klachten en behandeling.
Vage klachten, vaak late diagnose
Net als bij volwassenen kan het bij een kind een lange weg zijn, om van ‘vage’ klachten bij een schildklieraandoening uit te komen. Kleine kinderen kunnen moeilijk verwoorden hoe ze zich voelen; weten ook niet wat ‘normaal’ is. Dat laatste maakt ouders vaak ook onzeker. Vooral in de (peuter) puberteit of bij groei/ontwikkelstuipen.
Schildklierklachten kunnen thuis, maar vooral op school en op schoolprestaties een grote invloed hebben. Het kind kan klagen over vermoeidheid en ‘geen zin’ hebben. Het kan ook juist druk of onrustig zijn en moeilijk stil kunnen zitten. En dan onterecht gezien worden als een ‘druk’ kind of zelfs een ADHD-stempel krijgen.
TIP
Is de diagnose gesteld, informeer dan de school dat je kind een schildklieraandoening heeft. Een goede manier om klasgenootjes in te lichten kan een spreekbeurt zijn.
Kijk bij Kidz Only! voor tips en voorbeelden.