Gevolgen voor het gezichtsveld kunnen ernstig zijn
Dubbelzien
Bij sommige patiënten staat de uitpuiling en de veranderingen van de oogleden op de voorgrond, bij anderen juist het scheelzien. Scheelzien ontstaat door de verdikking van de oogspieren van één of beide ogen. Dit heeft in de meeste gevallen dubbelzien (diplopie) tot gevolg. Het scheelzien ontstaat omdat de oogspieren niet symmetrisch zijn aangetast. Voor het gelaat is het vaak erg ontsierend. Ook zonder dat de ogen zichtbaar uitpuilen, kan er scheelzien en dubbelzien ontstaan.
De dubbelbeelden kunnen naast of boven of schuin boven elkaar staan. Hierdoor kan de patiënt niet meer goed om zich heen kijken. Daardoor kan men bijvoorbeeld niet meer aan het verkeer deelnemen, niet goed lezen, geen beeldschermwerk verrichten, niet meer televisiekijken, etc. Nog afgezien van de verschijnselen als pijn en een veranderd uiterlijk, brengen de dubbelbeelden patiënten ertoe, dat zij thuis blijven en niet meer deelnemen aan de normale gebeurtenissen van werk en ontspanning.
Verwerking van dubbelbeelden in de hersenen
Hoe wordt dit scheel- en dubbelzien in de hersenen geregistreerd? In een normale situatie zendt het netvlies van ieder oog een identiek beeld naar de hersenen. In de hersenen worden deze twee identieke beelden versmolten tot één beeld. Dit is echter alleen mogelijk als het beeld in beide ogen op vergelijkbare punten van de beide netvliezen valt, dus als de ogen recht staan.
Bij patiënten met de oogziekte van Graves zijn de oogspieren ontstoken (geweest), waardoor ze niet meer zo soepel zijn en de oogstand mogelijk veranderd hebben. In dat geval vallen de beelden uit de buitenwereld niet meer op gelijksoortige plaatsen in het netvlies.
De hersenen kunnen de beelden niet meer versmelten en er ontstaat dubbelzien.
Kinderen en dubbelzien
Bij jonge kinderen is het nog mogelijk dat één van de twee beelden wordt ‘weggedrukt’. Of dat niet-corresponderende (gelijksoortige) netvliesdelen gaan samenwerken, waardoor zij geen last van dubbelbeelden krijgen. Na het zevende jaar treden dit soort aanpassingen echter niet meer op. De dubbelbeelden kunnen bestreden worden met een prismaglas of een afgeplakt brilglas, maar lang niet altijd is dit een afdoende oplossing.
Ernstige nekpijnen
Met name het wegvallen van het hele gezichtsveld van een afgeplakt brilglas moet niet onderschat worden. Men moet het gehele hoofd draaien naar de kijkrichting. Sommige patiënten proberen het dubbelzien op te heffen door het hoofd iets achterover gebogen. Of zelfs in een schuine stand te houden, of nog erger, door het hoofd extreem in de nek te leggen. Hierdoor ontstaan vaak ernstige (hoofd- en) nekpijnen (medische term: oculaire torticollis).
Verkleind gezichtsveld
Afname van het gezichtsveld treedt doorgaans geleidelijk op en wordt meestal niet gemerkt. Soms is het merkbaar bij het rondkijken. Een vlekje of donkerder gekleurde plek (scotoom) blijft dan steeds op dezelfde plaats staan. Bijvoorbeeld ergens in het midden van het beeld of juist meer aan de zijkant.
Soms valt het slechter zien pas op wanneer men bemerkt dat de nachtblindheid is toegenomen of als men in de mist rijdt. De ogen kunnen dan nog meer moeite hebben met het onderscheiden van bijvoorbeeld verkeersborden, stoepranden en drempels. Autorijden of fietsen kan bij verergering van alle oogklachten tezamen, niet meer mogelijk zijn. Na tijdige behandeling van de oogziekte kan een verkleind gezichtsveld zich weer herstellen maar dit kan enkele maanden tot een half jaar in beslag nemen.