De overgang is een natuurlijke fase die alle vrouwen meemaken. Sommigen hebben veel klachten, anderen weinig, weer anderen hebben nergens last van. Er zijn aanwijzingen dat overgangsklachten bij mensen met hypothyreoïdie (traagwerkende schildklier) intenser zijn.
Wanneer ben je in de overgang?
Velen denken bij de overgang aan de periode na de laatste menstruatie (start menopauze). Maar de veranderingen in het lichaam beginnen al zo’n 10 jaar voor de laatste menstruatie. De aanmaak van het eierstokhormoon, progesteron, begint dan al af te nemen. Als de voorraad eicellen in de eierstokken in de loop van de jaren (tussen de leeftijd van 45 en 60 jaar) opraakt, daalt ook de aanmaak van oestrogeen (estradiol), een ander vrouwelijk hormoon.
Soms blijven de maandelijkse bloedingen ineens weg. Vaker ontstaat een onregelmatig patroon: soms wordt een bloeding een of enkele maanden overgeslagen, soms zijn er weer een paar op tijd. In die periode kunnen ook al overgangsklachten optreden.
Klachten
Typische overgangsklachten zijn: opvliegers, vermoeidheid, nachtzweten, minder zin in seks, stemmingswisselingen, hoofdpijn, vaginale en blaasproblemen. Er zijn ook atypische klachten zoals hartkloppingen, toename van gewicht, obstipatie, gewrichtsklachten en slapeloosheid. Dit kan al spelen vóórdat de laatste menstruatie is geweest. Op langere termijn kunt u last krijgen van botontkalking en hart- en vaatziekten.
Schildklier en overgang
Overgangsklachten lijken op klachten van een te traag werkende schildklier. Die diagnose kan daarom makkelijk worden gemist. Bij twijfel kan de huisarts bloedonderzoek op TSH laten doen. Bij een iets verhoogde TSH is het belangrijk af te wachten en na enige tijd het bloedonderzoek te herhalen. De kans bestaat dat de TSH normaliseert (zie verder Subklinische hypothyreoïdie).
Sommige overgangsklachten lijken ook op de klachten van een te snelle schildklier. Ook dan zal de huisarts bij twijfel bloedonderzoek op TSH laten doen.
Overgang bij schildklierpatiënten
De aanmaak van progesteron, en later ook van oestrogeen (estradiol) en testosteron, neemt enorm af. Vrouwen die een schildklierprobleem hebben en bij wie de instelling met medicatie niet optimaal is, ervaren door onderlinge beïnvloeding vaker en ernstiger last van overgangsklachten.
Progesteron beïnvloedt ook de werking van schildklierhormoon. De schildklier maakt het schildklierhormoon T4. Om te kunnen werken, moet dit worden omgezet naar actief schildklierhormoon T3. Deze omzetting neemt toe onder invloed van progesteron.
De daling van oestrogenen kan invloed hebben op de hoeveelheid vrije T4 in bloed.
Vrouwen die levothyroxine slikken merken daarom vaak dat de instelling verandert richting de overgang. Een goede instelling van het schildklierhormoon (levothyroxine) kan de klachten verminderen.
Osteoporose, overgang en levothyroxine
Schildklierhormoon speelt een belangrijke rol bij het behoud van gezonde botten. Na de overgang is de kans op een heupfractuur groter als er te veel schildklierhormoon in het bloed zit.
De overgang te lijf?
Hormoontherapie ja of nee?
Je kunt overwegen in de overgang tijdelijk hormonen te gebruiken:
- als je zoveel last hebt van opvliegers dat je je normale bezigheden niet kunt voortzetten.
- als je door de nachtelijke zweetaanvallen niet kunt slapen.
In hormoontabletten (of hormoonpleisters) zit het vrouwelijk hormoon oestrogeen (net als in de pil maar in kleinere hoeveelheden).
Soms hebben vrouwen die voor een te trage schildklier met levothyroxine worden behandeld een hogere dosis levothyroxine nodig na het starten van hormoontherapie.
Bijwerkingen en risico’s
Hormoontabletten tegen overgangsklachten hebben ook bijwerkingen en risico’s. De behandeling verhoogt de kans op trombose, borstkanker en een beroerte (CVA). Daarom is het belangrijk eerst de voor- en nadelen van deze middelen goed af te wegen. Je kunt dit met je huisarts bespreken. Lees meer bij Thuisarts.nl over hormoongebruik bij de overgang.
Supplementen en andere middeltjes
Als je op zoek gaat naar informatie stuit je al gauw op de commercie rond de overgang: allerlei supplementen en middeltjes worden aanbevolen. Het is belangrijk daar kritisch naar te kijken. Zorg dat je goed op de hoogte bent van de voor- en nadelen en informeer je arts als je een middel gaat gebruiken. Er kan sprake zijn van een negatieve wisselwerking met je schildkliermedicatie.