Na de behandeling van schildklierkanker is het gebruikelijk dat je nog regelmatig op controle komt. Ook als je niet meer beter kunt worden, kun je je arts blijven zien.
Wat gebeurt er tijdens de controles?
Tijdens de controles wordt gekeken of de behandeling effect heeft. Deze controles worden ook wel nacontrole of follow-up genoemd. De onderzoeken die tijdens de controle gedaan worden, kunnen de volgende doelen hebben:
- heeft de behandeling effect?
- heb je last van bijwerkingen
- is de kanker niet teruggekomen?
Controleschema bij schildklierkanker
Bij schildklierkanker krijg je regelmatig een controleonderzoek. Het onderzoek is bedoeld om te kijken of de behandeling is aangeslagen en of de kanker niet is teruggekomen. Welke onderzoeken je krijgt en hoe vaak je op controle moet komen, ligt aan het soort schildklierkanker. Over het algemeen krijg je altijd een bloedonderzoek. In het bloed wordt gekeken naar TSH, T4 en meestal ook naar tumormarkers. Voor papillaire en folliculaire schildklierkanker is dit thyreoglobuline en voor medullaire schildklierkanker is dit calcitonine en CEA.
Controles bij papillaire schildklierkanker en folliculaire schildklierkanker
Na een behandeling met radioactief jodium kom je een aantal keren terug voor onderzoek. De arts bekijkt dan de hoeveelheid thyreoglobuline (Tg) in het bloed. Ook kan een echo gemaakt worden of een scan met radioactieve stof. Soms gebeurt dit met een total body scintigrafie of met een PET-scan.
Ook als je niet meer beter kunt worden, kun je je arts of verpleegkundige blijven zien. De arts kan bijvoorbeeld onderzoeken doen om de ontwikkeling van de ziekte bij te houden.
Controles bij medullaire schildklierkanker en anaplastische schildklierkanker
Als je medullaire of anaplastische schildklierkanker hebt, verschilt het erg per persoon hoe vaak je terugkomt en wat de onderzoeken zijn.
Heb je last van de gevolgen? (nazorg)
Tijdens de controle kun je ook met de arts bespreken of je last hebt van de gevolgen van kanker. Bijvoorbeeld of je klachten hebt door de behandeling of last hebt van late gevolgen van de ziekte.
Misschien maak je je zorgen of heb je last van psychische klachten. Ook dit kun je met de arts bespreken. Als je behoefte hebt aan meer begeleiding kan hij je doorsturen naar bijvoorbeeld een fysiotherapeut, psycholoog of diëtist.
Er zijn vragenlijsten die helpen in te schatten wat je nodig hebt aan extra ondersteuning. Deze vragenlijsten kun je thuis zelf of samen met de arts of verpleegkundige invullen. Voorbeelden van deze vragenlijsten zijn:
Hoe vaak zijn de controles?
Bij schildklierkanker blijf je je hele leven onder controle. Dat kan soms ook bij de huisarts. De arts bespreekt hoe vaak je op controle kunt komen. Dit hangt af van je conditie en de kans dat de ziekte terugkomt.
Angst voor controles
Iedereen beleeft de controles anders. Het kan zijn dat je het een veilig idee vindt om regelmatig naar het ziekenhuis te gaan. Maar misschien zie je juist op tegen de controles. Bijvoorbeeld omdat je bang bent dat de kanker terugkomt of de ziekte zich heeft uitgebreid. Dit is niet vreemd, veel mensen hebben deze angst.
Bespreek met de arts hoe je de controles beleeft en wat je wensen zijn. Misschien kun je vaker of minder vaak op controle komen. De controles zijn niet verplicht.
Lees verder over angst bij kanker.
Als je klachten hebt tussen de controles in
Misschien heb je tussen de controles door pijn of klachten. Die klachten kunnen door de ziekte komen, maar dat hoeft niet. Bespreek de klachten met je huisarts of vervroeg de afspraak met de arts. Zij kunnen je onderzoeken en proberen de oorzaak van de klachten op te sporen.