‘Ik wist niet eens waar de hypofyse zat’

Noortje Veltman (55) 

Getrouwd met Rob 
Moeder van Isa en Luuk (26 en 24) 
Opleiding: LNHO

Weinig mensen leggen een link tussen schildklier en hypofyse, maar dat is onterecht. Dat blijkt ook uit het verhaal van Noortje Veltman.  

Vijfentwintig jaar geleden bezoekt Noortje Veltman op 30-jarige leeftijd de huisarts voor klachten van extreme vermoeidheid, somberheid en gewichtstoename. Die denkt aan onverwerkt verdriet en stuurt haar naar een psycholoog. Dat is op zich niet zo heel vreemd, want Noortje verloor als jong kind haar vader en had een moeder met Multiple Sclerose. ‘Toen ik klachten kreeg, zorgde ik voor twee kleine kinderen en samen met mijn zus voor onze moeder die in een rolstoel zat. Mijn dochter van twee was een ernstige huilbaby en mijn zoon was net geboren. Daarnaast werkte ik twintig uur per week in een reformzaak. Dat was ook veel, dus ik dacht: misschien heeft hij wel een punt. Het was op dat moment ook niet verkeerd om over het verleden te praten.’ 

Toch niet psychisch 

Haar man ziet Noortje ook veranderen. Ze wordt dikker, depressief, vermoeider, minder vrolijk, achterdochtig en zelfs snauwerig. Ze krijgt ook haaruitval. ‘Ik was niet meer de persoon die ik was. En de kilo’s vlogen eraan.’  
 
Door de bezoeken aan de psycholoog vallen de gebeurtenissen uit het verleden wel iets meer op zijn plek, maar ze veranderen niets aan de klachten. Na een jaar verergeren ze zelfs. De huisarts blijft denken dat het psychisch is. Uiteindelijk verwijst hij Noortje na twee jaar wel door naar een internist vanwege afwijkende bloeduitslagen. Diagnose: trage schildklier. ‘Ik wist daar helemaal niets vanaf. Maar onlangs bekeek ik pasfoto’s van vroeger en toen zag ik pas dat ik vóór de diagnose wel hele uitpuilende ogen had.’  
 
Noortje start met een lage dosering levothyroxine en bouwt het rustig op. Dat helpt. ‘Na twee weken voelde ik mij al fantastisch! Het enige wat bleef, was dat mijn geheugen mij in de steek liet. Dat is helaas nooit verbeterd.’ 

Drama 

Als Noortje 39 jaar is, overlijdt haar man vrij plotseling aan een embolie. ‘Dat was een enorme klap natuurlijk. Hij was kort daarvoor geopereerd aan zijn neustussenschotje. Achteraf bleek dat daarbij een bloedstolsel was losgekomen. Ik bleef achter met twee kinderen van zeven en negen jaar.’  

Vóór dit drama verloor ze al veel haar, maar na de dood van haar man verergerde dat. Het blijkt Alopecia androgenetica te zijn: haaruitval op het hoofd die doorgaans wordt aangeduid met ‘mannelijke kaalheid’ en wordt veroorzaakt door de gevoeligheid van de haarzakjes voor het (mannelijke) hormoon dihydroxy-testosteron (DHT). Het haar komt helaas niet terug en dus krijgt Noortje een pruik. ‘Het was allemaal verschrikkelijk! Plotseling weduwe, een schildklierafwijking, dikker worden, haren verliezen … Gelukkig kreeg ik veel steun van mijn omgeving en kon ik in ieder geval mijn haarverlies een plek geven. Op vakantie draag ik vaak een sjaaltje en mijn pruik heb ik geaccepteerd.’  

Lekkende borsten 

Na een jaar intens verdriet leert Noortje haar huidige man kennen. ‘Het leven kan soms raar lopen. Ik zat in zo’n donker gat, maar met hem ging de zon weer schijnen en we hebben het goed samen.’ Tot zeven jaar geleden, achttien jaar na de schildklierdiagnose, Noortje klachten krijgt die lijken op zwangerschapsverschijnselen. ‘Ik was alleen niet zwanger! Maar ik werd niet meer ongesteld, had hoofdpijn bij mijn slaap, melkvloed uit mijn borsten (galactorroe), druk op mijn oog en ging slechter zien.’  

‘Volgens de internist komt galactorroe vaker voor in combinatie met schildklieraandoeningen’

Noortje meldt zich wederom bij de huisarts. Die laat bloedprikken op onder andere prolactine. Op grond van de uitslag krijgt Noortje een MRI-scan. Het vermoeden van de huisarts blijkt dit keer juist: Noortje heeft een prolactinoom op de hypofyse, een goedaardige tumor van ongeveer 1 mm. ‘Ik had er nog nooit van gehoord. Ik wist niet eens waar de hypofyse zat. Maar volgens de internist komt galactorroe vaker voor in combinatie met schildklieraandoeningen.’

Behandeling 

‘Gelukkig hoefde ik niet geopereerd te worden. Bij een tumor denk je daar toch snel aan. De oplossing was een keer per week een tabletje cabergoline om groei van de tumor tegen te gaan. En die hielpen goed. Ik werd weer ongesteld, de melkvloed verdween en mijn zicht kwam weer terug.’ Na een jaar probeert de internist de medicijnen te stoppen, maar dan stijgen de bloedwaarden weer en komen de klachten terug. Dus dat is geen optie. 

Inmiddels gaat het goed met Noortje. ‘Ik slik levothyroxine en cabergoline en voel mij op dit moment prima. Ik wandel drie keer per week en tennis twee keer per week. Ik heb het wel altijd warm en ik heb doorlopend spierpijn. Dat had ik altijd al sinds mijn schildklieraandoening, maar nu ik in de overgang ben, wordt het erger.’ 
 
Noortje is al vijftien jaar donateur van SON. ‘Maar over de combinatie hypofyse en schildklier heb ik nog nooit iets gelezen. Ik ben benieuwd of er meer mensen zijn met deze combinatie van aandoeningen. Ook vraag ik mij af of na lang schildkliermedicijngebruik op de lange termijn klachten kunnen ontstaan, waaronder botontkalking.’

Prolactinoom 

Een tekort aan schildklierhormoon is in sommige gevallen een bijkomend gevolg van een niet of slecht functionerende hypofyse. Maar iemand met een schildklieraandoening kan ook meer last krijgen van de hypofyse. In geval van hypothyreoïdie (te weinig schildklierhormoon in het bloed) gaat de hypothalamus (een klein orgaan vlakbij de hypofyse) extra TRH maken. TRH zet vervolgens de hypofyse aan om meer TSH te maken. Door TRH maakt de hypofyse als nevenwerking ook meer prolactine aan, met als mogelijk gevolg galactorroe. 

Een prolactinoom is een – vrijwel altijd goedaardige – tumor die te veel prolactine maakt, uitgaande van de hypofyse. Prolactine is het hormoon dat onder normale omstandigheden bij vrouwen aan het einde en na de zwangerschap zorgt dat de borstvoeding optreedt. Prolactine wordt ook bij mannen aangemaakt, maar de functie bij mannen is niet geheel duidelijk.

Prolactinoom is de meest voorkomende hypofysetumor; het komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Meestal betreft het een kleine tumor van minder dan 1 centimeter. 

Symptomen 

Bij vrouwen: 

  • onregelmatige of uitgebleven menstruatie (ongesteldheid) 
  • galactorroe (melkuitvloed uit de borsten) 
  • ongewenste kinderloosheid 
  • emotionele klachten, somberheid 
  • gewichtstoename 
  • hoofdpijn (alleen bij macro-prolactinoom) 
  • verminderd zien (alleen bij macro-prolactinoom) 

Bij mannen: 

  • erectiestoornissen, verminderde zin in seks 
  • verminderde baardgroei 
  • borstvorming 
  • emotionele klachten, somberheid 
  • hoofdpijn 
  • verminderd zien 

Diagnose 

De arts stelt een prolactinoom vast door bepaling van het prolactinegehalte in het bloed. Met name als het prolactinegehalte licht verhoogd is, zal het prolactinegehalte een aantal keren bepaald moeten worden. Bij een daadwerkelijk verhoogd prolactinegehalte volgt een MRI-scan van het hoofd. 

Behandeling 

Een prolactinoom heeft over het algemeen een goede prognose en wordt in eerste instantie altijd met medicijnen behandeld. Alleen als de tumor zorgt voor verminderd zien, dat niet op korte termijn minder wordt met medicijnen, of als iemand de medicijnen niet verdraagt, is een operatie nodig. Binnen enkele maanden tot een jaar hoort het prolactinegehalte gedaald te zijn tot normale waarden en horen de klachten te zijn afgenomen, dan wel verdwenen. 

Bron: www.hypofyse.nl 

Tekst en foto: Tineke Sigmond