“Het zat dus níet tussen mijn oren!”
Sylvia
Getrouwd
Zoon Kevin en dochter Miranda
Preventieassistente bij tandarts
In april 2006 bevalt Sylvia van haar tweede kind, een meisje. ‘Wat waren we blij. Na een jongen kregen we ook nog een meisje! Ons geluk kon niet op. Helaas bleef ik weken na de bevalling moe. Het werd eerder erger dan beter. Ik dacht nog: ach, het zal wel ijzertekort zijn. Dat had ik namelijk ook na de eerste bevalling. Maar toen ik voor nacontrole bij de gynaecoloog kwam en haar vertelde waar ik last van had, dacht zij aan iets anders.’ Een bloedonderzoek volgde en het bleek een traagwerkende schildklier te zijn. ‘Dat was mijn eerste kennismaking met schildkliermedicatie. Ik begon met levothyroxine (0.025 mg). Na een poosje vond de gynaecoloog dat de waarden wel goed waren en ik verder bij de huisarts onder controle kon blijven. Prima dacht ik nog…’
‘Ik voelde me alweer iets beter en de vermoeidheid waar ik last van had, dat zou dan wel komen van het drukke leven van een jong gezin. Onze oudste was destijds twee jaar en dat in combinatie met een baby was het best wel druk. Ik had wel eens van tropenjaren gehoord, dus door die drukte was het misschien wel logisch dat ik moe was. Na de vele controles met bloedprikken waren de waarden stabiel en was ik volgens de huisarts goed ingesteld. Ja, een gezin met jonge kinderen en daarnaast een baan (24 uur) is ook druk. Daar zal vast de vermoeidheid vandaan komen werd mij ook door de huisarts verteld.’
Hypo maar niet happy
Echter, door de jaren heen blijft Sylvia maar moe. ‘Ook had ik vaak last van spierpijn en was de weegschaal op een gewicht blijven steken waar ik niet happy mee was. Maar de schildklierwaarden waren goed. Op een gegeven moment toen ik het gevoel kreeg dat alles wat ik deed mij echt te veel moeite ging kosten, ging ik toch maar weer naar de huisarts. Hij stuurde mij toen door naar een internist in het ziekenhuis.’ Daar krijgt Sylvia meerdere onderzoeken, waarna de arts concludeert dat zij goed is ingesteld op de medicatie. En ook uit verdere onderzoeken kwam niets. ‘Hij vertelde mij toen letterlijk dat het probleem “tussen mijn oren” zat. Ik was in het verleden behandeld voor PTSS en dit werd als oorzaak gezien. Ik moest er maar mee leren leven.’
Second opinion
‘Ik wilde het tegendeel bewijzen en ben voor een psychologisch onderzoek gegaan. Daar kwam uit dat alles goed was. Het zat dus NIET tussen mijn oren. Een hele opluchting voor mij en met dit “bewijs” ben ik weer naar de internist gegaan. Hij liet merken het niet met mij eens te zijn. Hij kon niks voor mij betekenen. Dat kon ik niet verkroppen. Ik was net 30 jaar en had nu al weinig energie meer. Ik was gestopt met werken en kon nog amper van de bank naar de keuken lopen. Ook de dagelijkse hoofdpijn en spierpijn waren erg vervelend. Ik zei daarom tegen de internist dat ik een second opinion wilde. Dat kon wel bij zijn collega, maar daar paste ik voor. Ik zoek zelf wel iemand, zei ik. De internist vertelde mij nog: mocht de andere arts andere medicatie of extra medicatie erbij willen geven dan trek ik mijn handen van u af en hoeft u niet meer bij mij terug te komen. Net of ik nog terug zou willen …’
Combinatietherapie
Na een zoektocht en wat rondbellen komt Sylvia uiteindelijk bij een endocrinoloog. ‘Wat een geweldige arts! Hij luisterde naar wat ik te zeggen had en zei: “Ja, u bent goed ingesteld als we naar de waarden kijken. Maar u voelt zich niet goed.” Hij keek verder dan de cijfers. Hij stelde voor om de T3/T4-combinatietherapie te proberen. Naast mijn levotheroxine (schildklierhormoon) zou ik ook liothyronine (schilklierhormoon T3) moeten gebruiken.’
Sylvia staat overal voor open en grijpt deze mogelijkheid aan. ‘Hij vertelde mij wel dat het een jaar kon duren voordat ik me beter zou voelen. Hij kreeg gelijk. Langzaamaan voelde ik mij beter worden. Mijn hoofdpijn verdween, mijn spierpijn was weg, ik begon af te vallen en kreeg weer meer energie. Ik kon weer een kleine wandeling maken en ook dat ging steeds beter. Wat een verschil! Ook kon ik weer dingen onthouden. Lijstjes maken omdat ik zoveel dingen vergat was verleden tijd. Langzaam kreeg ik mijn leven weer terug. Wat was ik blij! Na een jaar voelde me ik echt stukken beter.’
Eind goed, al goed?
‘Voor mijn zwangerschap had ik wel meer energie, maar met deze medicatie komt het toch flink in de buurt. Op advies van de arts ben ik ook gaan sporten. Ik ben in 2011 begonnen met hardlopen. Tot op de dag van vandaag loop ik 3x per week hard. Ook begon ik met krachttraining en het mooiste is dat ik ook weer aan het werk ben! Soms in stressvolle periodes merk ik wel dat ik sneller vermoeid ben, maar ik heb wel geleerd dat ik het dan wat rustiger aan moet doen. Ik ben nu al jaren stabiel. Ik ben hoog ingesteld omdat ik mij daar het beste bij voel. Elk half jaar laat ik mijn bloedprikken en zo blijf ik onder controle. En wel bij de arts die mij voor mijn gevoel mijn leven weer terug gaf door de combinatietherapie!’