Werking van de schildklier

Een goed werkende schildklier is essentieel voor een goed werkend lichaam. De schildklier is een vlindervormig orgaan in de hals. De schildklier maakt schildklierhormonen aan:

  • T4 (thyroxine, ongeveer 93%)
  • T3 (tri-joodthyronine, ongeveer 7%)

De schildklier geeft deze hormonen af aan het bloed, dat het transport naar alle organen en weefsels verzorgt.

Een goed werkende schildklier maakt dag en nacht precies genoeg schildklierhormoon aan, je merkt dan niets van je schildklier. Ook wordt er schildklierhormoon opgeslagen en afgegeven.

De hersenen sturen de schildklier aan

De werking van de schildklier wordt geregeld vanuit de hersenen, door twee kleine organen:

  • de hypothalamus
  • de hypofyse

Als er te weinig schildklierhormoon in het bloed zit dan zorgen de hypothalamus en de hypofyse ervoor dat de schildklier meer schildklierhormoon gaat aanmaken. En omgekeerd als er te veel schildklierhormoon in het bloed zit dan zorgen de hypothalamus en de hypofyse ervoor dat de schildklier minder schildklierhormoon gaat aanmaken.

Door dit terugkoppelingsmechanisme is bij een gezonde schildklier de juiste hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed aanwezig. De hypothalamus maakt voor dat doel TRH aan en de hypofyse TSH.

Vergelijking met een thermostaat

thermostaatDit terugkoppelingsmechanisme kan het beste worden vergeleken met de thermostaat van de centrale verwarming: als het kouder is dan de ingestelde temperatuur dan gaat de verwarming aan. Als het warmer is dan gaat de verwarming lager of uit.

Als een zieke schildklier te veel schildklierhormoon aanmaakt (hyperthyreoïdie) zal de productie van TRH en TSH verminderen. Maar omdat deze zieke schildklier niet meer onder controle staat van de hypothalamus en de hypofyse zal de schildklier de hormoonproductie niet verminderen.

Als een zieke schildklier te weinig schildklierhormoon aanmaakt (hypothyreoïdie) zal de productie van TRH en TSH toenemen, in een poging de traag werkende schildklier weer aan de gang te krijgen.

De schildklier heeft jodium nodig

Om het schildklierhormoon te kunnen aanmaken, heeft de schildklier jodium nodig. Jodium komt uit de voeding in het bloed. Vervolgens wordt het actief door de schildklier uit het bloed opgenomen. Dagelijks is zo’n 150 microgram jodium nodig voor een goed werkende schildklier (vanaf 9 jaar). In Nederland krijg je door het eten van brood, melk, vis en eieren voldoende jodium binnen.
Enkele voorbeelden:

  • Een snee brood bevat ongeveer 24 microgram jodium.
  • Gejodeerd keukenzout (JOZO) bevat 24 microgram jodium per gram zout.
  • Een glas halfvolle melk (150 gram) bevat 22 microgram jodium
  • Een gekookt ei bevat ongeveer 18 microgram jodium.

In biologisch brood zit vaak geen bakkerszout en dus geen toegevoegde jodium. Eet je geen brood of brood zonder bakkerszout kijk dan op de website van het Voedingscentrum hoe je voldoende jodium binnenkrijgt.

Zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven hebben meer jodium nodig. Het is daarom extra belangrijk om te eten volgens de Schijf van Vijf en daarbij voldoende brood te eten.

Te veel jodium is niet goed en kan schadelijk zijn voor het functioneren van de schildklier. Wees daarom voorzichtig met het slikken van jodium verrijkte voedingssupplementen en gebruik geen kelptabletten. Kelp kan weinig maar ook heel veel jodium bevatten. Te veel jodium wil zeggen regelmatig meer dan 600 microgram per dag (bij volwassenen).

Tyrosine

Naast jodium is ook tyrosine nodig voor de aanmaak van schildklierhormoon. Tyrosine is een aminozuur. Eiwitten zijn opgebouwd uit grote aantallen aan elkaar gekoppelde aminozuren. Tyrosine zit dan ook in vrijwel alle eiwitrijke voedingsproducten, zoals melk, melkproducten, vlees, vis, noten en peulvruchten.  Bij  tyrosine tekort kan het ook uit het aminozuur fenylalanine worden gemaakt. In de schildklier wordt het eiwit thyreoglobuline gemaakt, een eiwit dat veel tyrosine bevat en zo voor de  voorraad tyrosine zorgt. Uit tyrosine en jodium wordt  T4 en T3 gemaakt. Dat gebeurt onder invloed van het peroxidase-enzym (TPO).

Follikels

Het gevormde schildklierhormoon wordt opgeslagen in de follikels of blaasjes van de schildklier. Van daaruit wordt het hormoon uitgescheiden in het bloed. Door de opslag in de follikels heeft de schildklier een ‘voorraad’ schildklierhormoon beschikbaar.

Omzetting T4 naar T3

Naar behoefte van het lichaam, weefsels en cellen wordt T4 omgezet in T3. Dat gebeurt onder andere in de lever, de spieren en de hersenen. Dit proces wordt dejodering genoemd. De omzetting van T4 naar T3 vindt voortdurend plaats in de lever en de spieren.

Calcitonine

De schildklier maakt ook het hormoon calcitonine. Calcitonine wordt gemaakt in de c-cellen van de schildklier. Calcitonine zorgt ervoor dat er niet te veel calcium of kalk vanuit de botten in het bloed komt. Calcitonine is belangrijk tijdens de jeugd. Bij volwassenen is de werking gering. Bij medullaire schildklierkanker is de kanker ontstaan in de c-cellen.


Meer lezen