Subklinische hyperthyreoidie

Definitie van subklinische hyperthyreoïdie:

“Toestand waarbij bloedonderzoek aangeeft dat het TSH te laag is, terwijl de vrije T4 een normale waarde heeft.”

De vrije T4 moet dus liggen tussen de 9 en 24 pmol/l en de TSH is lager dan 0,4 mE/l.

De symptomen en tekenen zijn over het algemeen mild of afwezig. Het wordt “subklinisch” genoemd omdat de traditionele symptomen van hyperthyreoïdie, zoals gewichtsverlies, hartkloppingen en nervositeit, niet duidelijk aanwezig zijn.

Meestal wordt deze ’toestand’ gevonden, omdat iemand met klachten bij de (huis)arts komt en deze onderzoekt of de schildklier de oorzaak kan zijn. Van een ‘officiele’ subklinische hyperthyreoïdie wordt veelal pas uitgegaan na 2 of 3 afwijkende TSH’s bij het bloedonderzoek.

Er bestaat een kleine kans dat na een jaar de subklinische hyperthyreoïdie zich heeft ontwikkeld tot een klinische. Maar de kans is groter dat de TSH zich normaliseert.

Desondanks zal er uitgebreid onderzoek worden gedaan naar de oorzaak van de klachten; vaak betekent dit dat het functioneren van het hart wordt bekeken. Ook wordt er geadviseerd minimaal een jaar lang de TSH en FT4 te controleren, ongeacht de uitslagen. En de patiënt zal worden geïnstrueerd bij klachten – vooral van de ogen – eerder op het spreekuur langs te komen.

Behandeling

Een proefbehandeling wordt niet geadviseerd. Als deze toch wordt overwogen, wordt de patiënt hiervoor verwezen naar de internist.

Nogmaals: deze behandelingen gaan uit van een normale FT4, tussen de 9 en 24 pmol/l!

Zwangerschapcomplicaties

Bij een subklinische hyperthyreoïdie is er een verhoogde kans op zwangerschapscomplicaties.
Ook bij een succesvol behandelde ziekte van Graves, waarbij de antistoffen nog positief zijn is er een verhoogde kans op complicaties tijdens de zwangerschap.
In beide gevallen zullen vrouwen worden doorverwezen naar de internist/gynaecoloog.

Bron: NHG richtlijn