Erfelijkheid

Erfelijke aanleg bij ziekte van Graves

Gezien het frequente voorkomen in bepaalde families is er zeker sprake van een bepaalde erfelijke aanleg. Bij navraag blijkt dat 80% van de patiënten een (al dan niet ver) familielid heeft met schildklierziekte (of andere auto-immuunziekten). Daarnaast dragen omgevingsfactoren (bv. roken, een virusinfectie, stress, hormonale verandering bij zwangerschap)  bij aan het ontwikkelen van de ziekte.

De ziekte van Graves komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen: 6 à 8 vrouwen tegen 1 man en manifesteert zich vooral tussen het 25ste en 50ste levensjaar. Antistoffen tegen schildklierweefsel komen bij familieleden van patiënten in een hoog percentage voor en de ziekte doet zich ook heel vaak voor bij meerdere personen uit één familie.