Bij een trage schildklier (hypothyreoïdie) maakt de schildklier geen of te weinig schildklierhormoon. Een tekort aan schildklierhormoon is goed te behandelen met medicijnen. De standaard-behandeling van een te trage schildklier is het slikken van schildklierhormoon – levothyroxine (T4).
Als de schildklier nog gedeeltelijk werkt, vult het schildklierhormoon het tekort aan. Wanneer de schildklier niet meer werkt, vervangt schildklierhormoon de functie van de hele schildklier. Levothyroxine zorgt in het bloed voor een constant niveau van schildklierhormoon. Er bestaat geen medicijn dat de schildklier kan genezen.
Meer lezen over behandeling met schildklierhormoon
Combinatiebehandeling (bij restklachten)
Een deel van de patiënten houdt restklachten ook na het optimaal instellen op levothyroxine. Soms proberen deze patiënten en hun artsen of het aanvullend innemen van T3-hormoon (liothyronine) verbetering geeft van deze restklachten. Een kleine groep patiënten voelt zich beter met deze combinatiebehandeling.
Meer lezen over de combinatiebehandeling
De Nederlandse richtlijnen voor behandeling van schildklierafwijkingen raden het gebruik van natuurlijk schildklierhormoon af. Het staat in Nederland niet geregistreerd als geneesmiddel. Het T3-hormoon in natuurlijk schildklierhormoon werkt op dezelfde manier als bij liothyronine. Dezelfde aandachtspunten en waarschuwingen gelden.
Behandeling/omgaan met subklinische hypothyreoïdie
De behandelingsrichtlijn van huisartsen (NHG) adviseert twee wijzen van behandeling/omgaan met een subklinische hypothyreoïdie afhankelijk van de hoogte van de TSH.