Al ruim 30 jaar gebruiken artsen radioactief jodium bij de behandeling van schildklieraandoeningen:
- bij een te snelle schildklier
- bij struma
- bij schildklierkanker als nabehandeling
Vroeger dronk de patiënt een bekertje met in water opgelost radioactief jodiu; hier komt de naam ‘de slok’ vandaan. Nu krijgen mensen meestal een capsule.
Werking
De schildkliercellen zijn de enige cellen in het lichaam die jodium opnemen.
Radioactief jodium nemen deze cellen op dezelfde manier op als normaal jodium.
De radioactiviteit doodt de schildkliercellen vervolgens. Het niet opgenomen
deel radioactief jodium plas je de volgende twee dagen weer uit. Hierdoor is de bestraling van de schildklier met radioactief jodium heel precies en heb je weinig bijwerkingen.
Het opgenomen deel verliest langzaam zijn radioactiviteit. Na een
week is de helft verdwenen en na veertien dagen driekwart. Dit noem je de
halfwaardetijd. Na ongeveer twee maanden is alle radioactiviteit weg.
Ziekte van Graves
Artsen behandelen de ziekte van Graves meestal eerst met schildklierremmende
medicatie. Als de ziekte daarmee niet tot rust komt, moet deze op een andere
manier gestopt worden. Radioactief jodium is dan één van de opties. Het is de
bedoeling om precies genoeg cellen te doden zodat je geen medicatie meer nodig
hebt. Dit lukt niet altijd. Soms zijn er meerdere behandelingen nodig om de juiste
schildklierwaarden te krijgen of gaan er juist te veel cellen dood waardoor de
schildklier te weinig schildklierhormoon produceert. Dan is behandeling met
levothyroxine nodig.
Struma
Behandeling van struma met radioactief jodium wordt steeds vaker toegepast. Het is eenvoudig en in hoge dosis ook effectief. De inname van jodium gaat in de meeste gevallen door het slikken van een capsule. Verkleining van de struma treedt op tot 50%, maar het duurt wel 1 à 2 jaar voor dit effect wordt bereikt. Het wordt vooral toegepast bij ouderen met een groot struma. Als er al ernstige mechanische problemen zijn, moeten wel corticosteroïden gegeven worden om zwelling door bestralingsontsteking te voorkomen. Als radioactief jodium is gegeven kan een te traag werkende schildklier het gevolg zijn; dit kan ook na jaren nog optreden.
Schildklierkanker
De meest voorkomende schildklierkankercellen nemen jodium op. Hierdoor
kun je na het verwijderen van de schildklier eventuele achtergebleven en/of uitgezaaide cellen bestralen met radioactief jodium. Daarmee voorkom je dat deze
uitgroeien tot een nieuwe tumor. Bij de behandeling van schildklierkanker volgen
patiënten vaak ter voorbereiding een dieet met weinig jodium, om te zorgen dat
er zo min mogelijk normaal jodium in het lichaam zit en de kankercellen het
radioactieve jodium opnemen.