Er zijn verschillende soorten schildklierontstekingen. De behandeling van schildklierontstekingen verschilt per soort. De medische naam voor een ontsteking van de schildklier is thyroïditis.
- Hashimoto-thyroïditis
- Virale thyreoïditis (subacute thyreoïditis / ziekte van De Quervain)
- Stille of pijnloze thyreoïditis
- Schildklierontsteking bij immuuntherapie
Hashimoto-thyroïditis
Deze vorm komt het meest voor en is bekend als de ziekte van Hashimoto, een auto-immuunziekte waarbij het lichaam anti-lichamen maakt die de schildklier aanvallen. Na een tijdje kan je schildklier te langzaam gaan werken (hypothyroïdie).
Deze schildklieraandoening komt relatief veel voor en wordt als een aparte schildklieraandoening op deze website beschreven.
Virale thyreoïditis – ziekte van De Quervain
De ziekte van De Quervain is een niet-chronische ontsteking van de schildklier. Men spreekt ook wel van een subacute thyreoïditis. De waarschijnlijke oorzaak is een virus. De ziekte ontstaat vaak na een keelontsteking of verkoudheid. Deze virale schildklierontsteking komt vrij vaak voor. Door de vaak milde vorm wordt deze ook niet altijd herkend en voor griep aan gezien. Dit is ook niet erg omdat de ontsteking doorgaans vanzelf geneest.
Typische klachten/symptomen zijn:
- een gezwollen en pijnlijke schildklier
- pijn die uitstraalt naar de kaakhoeken en/of naar één of beide oren
- koorts
- pijn bij slikken
- een verhoogde bezinking (BSE)
Meestal leidt de ontsteking eerst tot een te hoge concentratie van schildklierhormoon in het bloed. Daarna werkt de schildklier vaak te langzaam. Meestal gevolgd door herstel.
Stille of pijnloze thyreoïditis
Deze ziekte lijkt op de ziekte van De Quervain, met het verschil dat koorts en pijn ontbreken. De naam zegt het al. Vaak is er eerst sprake van hyperthyreoïdie gevolgd door hypothyreoïdie. Uit onderzoek blijkt dat het gaat om een variant van de ziekte van Hashimoto. Bij de ziekte van Hashimoto is de bezinking (BSE) niet verhoogd. Bij stille thyreoïditis is de bezinking in het begin (tijdens de fase van hyperthyreoïdie) soms wat verhoogd.
Na de bevalling (post-partum)
Vaak zie je deze aandoening na een bevalling. We spreken dan van een postpartum thryreoïditis. Dan werkt de schildklier eerst tijdelijk te snel, gevolgd door klachten van een te trage schildklier. Na enige tijd kan de schildklier weer normaal gaan werken.
Schildklierontsteking bij immuuntherapie
Immuuntherapie wordt toegepast bij de behandeling van diverse soorten kanker. Doel is dat het eigen afweersysteem de kankercellen beter kan vernietigen. Een nadeel is dat soms eigen organen worden aangevallen, bijvoorbeeld de schildklier. Het is niet zeker of het gebeurt en hoe ernstig het dan is. Van monoklonale antilichamen, tyrosine kinase remmers en interferonen is bekend dat ze soms schildklierontsteking (thyreoïditis) geven.
Een schildklierontsteking leidt in de beginfase tot een (meestal milde) hyperthyreoïdie (=te veel schildklierhormoon in het bloed). Soms zo mild dat de patiënt het niet opmerkt. In de tweede fase leidt een schildklierontsteking meestal tot een hypothyreoïdie (=te weinig schildklierhormoon in het bloed). In deze fase variëren de klachten van mild tot ernstig.
Schildklierproblemen tijdens immuuntherapiebehandeling worden vastgesteld door TSH en FT4 in bloed te bepalen.
Behandeling
Hoe worden de virale en stille thyreoïditis behandeld?
Behandeling van de fase met te hoge concentratie schildklierhormoon is meestal niet nodig. Ernstige klachten als hartkloppingen en trillingen kunnen behandeld worden met een bètablokker.
Behandeling tijdens de fase waarin de schildklier te langzaam werkt is afhankelijk van de klachten. Bij milde symptomen is behandeling niet altijd nodig. Bij ernstiger klachten wordt gedurende 6-12 maanden een behandeling met schildklierhormoon gegeven. Daarna wordt de behandeling gestopt en na ten minste 6 weken wordt bloed afgenomen om te kijken of de schildklier hersteld is.
Hoe wordt thyreoïditis bij immuuntherapie behandeld?
Behandeling van milde hyperthyreoïdie-klachten is meestal niet nodig. Ernstige klachten als hartkloppingen en trillingen kunnen behandeld worden met een bètablokker.
Behandeling van hypothyreoïdie-klachten is afhankelijk van de ernst. Bij milde symptomen is behandeling niet altijd nodig. Bij ernstiger klachten wordt een behandeling met schildklierhormoon gegeven.
Na staken van de immuuntherapie kan de behandeling op proef worden gestopt en na ten minste 6 weken wordt bloed afgenomen om te kijken of de schildklier hersteld is.